Prinsengarde: review van een Carré
Team Cultuur en evenementen 9 december 2024
9 december 2024

Prinsengarde: review van een Carré

Twee weken na de Prinsencaemere is het eindelijk aan de leden van de Prinsengarde voor hun moment in de spotlights van CC De Werf. Eindelijk, want hun Carré vindt slechts om de twee jaar plaats, in tegenstelling tot de Revue van de Caemere. De Garde neemt zijn tijd en dat merk je. Van de eerste tot de laatste noot: alles was àf, de details klopten en aan de danspasjes waren uren repetitie voorafgegaan. Over naar onze vrouw in de regiecabine voor een review!

’t Er was insj”, zo luidt de titel van deze Carré. De belofte van een sprookje hangt in de lucht nog voor ik in De Werf ben. Fietsend door de Nieuwstraat doemt op de Hopmarkt, te midden de kerstsfeer, een ongeloofwaardig beeld op: een dertigtal Voil Jeanetten staat er in de gietende regen keurig in de rij een fondke te bestellen aan een eetkraam. Hun koesjkes lijken nog in mietingk, ze staan zij aan zij geparkeerd voor de winkelgevels. “Wat heeft dat met de Carré te maken?”, hoor ik u denken. Niks, maar qua voorprogramma kan het wel tellen.

Vasthouden aan de bretellen

Het echte voorprogramma moet dan nog komen: de leden van de Garde rolden de rode loper voor hun gasten uit en verwelkomen hen, verkleed als de werkmannen van het stadspark, met de nodige egards. Het sprookje kan beginnen.

Het openingsnummer “Aaft er ammool vast” is meteen een waarschuwing aan het adres van het publiek: het wordt een onvergetelijke rit. Onze bretellen zijn er klaar voor. Vanaf het eerste refrein stuwt het publiek al klappend de prinsen op het podium in de maat vooruit. Deze binnenkomer zet meteen de toon voor de rest van de avond.  De kostuums zijn prachtig en tot in de puntjes afgewerkt, elke danspas wordt zonder twijfel genomen, en ook muzikaal is het niveau hoog.

Pendelen tussen Plopsa en Prinsengarde

En dan hebben we het nog niet over het decor gehad: het peperkoeken Melkhoizeken (de horecazaak in het stadspark), de gigantische rood-met-witte-stippen-paddenstoelen, de voorjaarsbloeiers en de trollenkoning in een holle boomstronk komen recht uit de volgende musical van Studio 100. En nee, dat is geen toeval. Prins Carnaval 2016 Dennis De Wolf pendelde voor “’t Er was insj” tussen Plopsaland en Prinsengarde. Met dit decor staat de hele show lang een extra hoofdrolspeler op de planken.

Anushka in volle vorm(en)

Een andere rode draad in de show zijn de personages die de bindteksten tussen de liedjes verzorgen. Trollenkoning Dozje wisselt af met ne spreikende poit, twee poppen waar Dennis De Wolf arm en stem aan verleent. Peter -Den Board- Van Nuffel houdt als parkwachter een oogje in het zeil en Yordi Ringoir is de ober van ’t Melkhoizeken. Tom Vermeir kruipt net als twee jaar geleden in de huid van de voluptueuze Anuschka, een door het publiek geliefde figuur die vanaf de eerste seconde de lachers op haar hand krijgt. De Russische schone was twee jaar geleden nog poetsvrouw in restaurant Edguard, maar schoolde zich om tot fitcoach. En ze weet als geen ander de betekenis van ‘afspannen’ in spandex te stoppen. Een enkele keer faalt die spandex: de rechtertiet valt uit het badpak en Tom valt uit zijn rol. Een geweldig slappe-lach-momentje voor de hele zaal.

Dad Jokes

Af en toe werd de rode draad even gelost, zoals bij de reeks dad jokes van Frank Van Rymenant, Peter Vereecken en Pascal Solemé, maar dat vond het publiek niet erg. Ook het dansoptreden op de tonen van Work Again stond inhoudelijk volledig los stond van de rest van de show, maar dat doet niets af aan de puike prestatie van de dansers in kwestie.

Ook de sketch over de powerpointpresentatie van Martin Luther King had ik niet meteen gelinkt aan sprookjes of het stadspark. Vooral niet omdat de sketch integraal uit een show van een bekende comedian komt. Hij was die avond te gast in het Gentse Capitole; zijn manager die de auteursrechten beheert hopelijk ook.

Finales middenin de show

15 liedjes wisselen de sketches af. Soms met een grappige insteek, zoals “Herbalaaif” (over fitness-shakes), “Men vest goot oit” (over een exhibitionist), “een Rita of Conchita” (over de playboytijden van Patrick De Neve) en de gangstarap STIL, waarin zelfs een auto de scène kwam opgereden.

Er zijn ook twee ingetogen nummers, zoals een lied over een hond die wordt achtergelaten wanneer zijn baasjes op reis vertrekken. De hond die mag figureren, verovert meteen alle harten. Het lied dat ons doet slikken, is “’n Iejndracht” van Loeken Tatjen, over de liefde van de Aalstenaar voor het ter ziele gegane stamnummer 90. Toen “Ik draug a in men ert, ver atoid wit en zwert”, weerklonk, foto’s werden geprojecteerd en mascotte Zwawi verscheen, deed het de mensen duidelijk iets. Het was een kort moment van collectieve rouw waarvan we niet beseften dat we het nodig hadden. Een lang applaus volgde en toen was het weer tijd voor ambiance.

Die ambiance kwam van nummers als “Toetoet, door es in Oilsjt de stoet”. Had het programmaboekje niet aangekondigd dat er nog veel meer zou volgen, dan had ik dit lied geïnterpreteerd als de finale. Het laatste lied voor de pauze –“Oilsjt mokt em geried” riep dezelfde sfeer op door het hoge musicalgehalte, de vallende bladeren en het vuurwerk.

Diepe buiging en staande ovatie

En toen moest de echte apotheose nog komen: achter de gekuste kikker bleek Prins Sjalen schuil te gaan. In de opbouw naar de finale bracht hij zijn nummer “Noeit Alliejn”. Met zijn live-zang, en georkestreerde chaos waar tanteken en co altijd voor zorgen, pakte hij het publiek in vanaf de eerste noot. Het finalenummer van de Garde, “Nen ajoin blijft iet apoort”, moest zeker niet onderdoen. De voltallige Garde stond te blinken op het podium met een indrukwekkend verlicht kostuum en het publiek was hen dankbaar. De diepe buiging en de staande ovatie waren dik verdiend na al die maanden hard labeur.

Strakke regie en gerepeteerde foutjes

Mijn conclusie na meer dan twee uur Carréshow van De Garde? De boezem van Anushka was het enige showelement dat zich niet liet regisseren. Verder was alles – zelfs de zogezegde foutjes – tot in de puntjes voorbereid. De verhaallijnen en de strakke regie zorgden ervoor dat alles een afgewerkt geheel was. De liedjes waren stuk voor stuk meezingers en professioneel gemixt. De choreo’s waren aartsmoeilijk en werden toch met het grootste gemak door iedereen uitgevoerd. Je merkt dat de inhoudelijke en vormelijke touwtjes van de Carré door enkelingen in handen worden gehouden. In het hanenhok van de Garde kunnen slechts een paar haantjes de voorste zijn. Maar de pluimen, die mag elke medewerker voor en achter de schermen terecht op z’n prinsenhoed steken.

 

Team Cultuur en evenementen